Verspreid over België liggen heel wat bruggen en bijhorende aanloopwegen die
opvallend breder zijn aangelegd dan het wegennet in de omgeving, terwijl
het aantal beschikbare rijstroken onveranderd blijft. Hoewel dergelijke situaties soms
bijzonder vreemd lijken, bestaat er in veel gevallen een evidente verklaring voor.
Het bouwen van een brug is geen eenvoudige aangelegenheid. Daarom houdt men bij voorkeur al bij
het ontwerp en de aanleg ervan rekening met mogelijke toekomstige wijzigingen
in de verkeerssituatie in het gebied waar de brug ligt. Het is gemakkelijker om een nieuwe brug
meteen voldoende breed te bouwen, voorzien op de toekomst, dan om een smallere brug te bouwen en
vervolgens na verloop van jaren te moeten vaststellen dat deze door toegenomen
verkeersdrukte of veranderde opvattingen ontoereikend is geworden - en dat men dus opnieuw grote
bouwwerkzaamheden zal moeten uitvoeren.
Ook is het uiteraard zo dat bruggen belangrijke knooppunten zijn in de
verkeersinfrastructuur. Doorgaans moeten meerdere wegen uit de omgeving van één zelfde
brug gebruik maken om de onderliggende waterweg, spoorlijn, autosnelweg, ... over te steken. Wanneer midden op
een brug een ongeval met veel hinder plaatsvindt, dan kan daardoor dus het
verkeer in een relatief groot gebied worden verstoord. Het aantal bruggen is beperkt en men moet vaak vele kilometers omrijden vooraleer men de
eerstvolgende brug kan bereiken. Door het brugdek voldoende breed aan te leggen
en eventueel zelfs pechstroken te voorzien (waarop men vaak vrachtwagens en
opleggers tijdelijk geparkeerd ziet staan) zal de verkeershinder bij een ongeval
of bij werkzaamheden in principe minder groot zijn.
Voor de veiligheid van fietsers en voetgangers zijn bruggen doorgaans ook
voorzien van fietspaden en trottoirs, zelfs wanneer de weg die rechtstreeks naar de brug
leidt deze niet heeft.
Langs de andere kant dient te worden vermeld dat voornamelijk in de jaren '60 en '70 over heel
België grootse plannen bestonden voor allerhande infrastructuurwerken die het
toenemende wegverkeer in goede banen moesten leiden. Nogal wat van die plannen
werden uiteindelijk niet of
slechts gedeeltelijk uitgevoerd. Op een aantal plaatsen waren reeds nieuwe,
brede bruggen gebouwd maar werd
vervolgens het aansluitende wegennet in de omgeving heel wat minder
groots uitgevoerd dan aanvankelijk was gepland. In enkele extreme gevallen zijn
zelfs situaties ontstaan waarbij bruggen die reeds "midden in het niets" waren
aangelegd finaal nooit met enige weg zijn verbonden.
Misschien nog meer dan "gewone wegen" bieden bruggen een kijk op de door de jaren
heen wijzigende inzichten en opvattingen omtrent verkeer en maatschappij.
Nevele
De N437 (Biebuyckstraat) in Nevele. Ook uit de lucht gezien is de brug over het
Schipdonkkanaal, samen met de bijhorende aanloopwegen, opvallend breder dan alle
wegen in de buurt. Beeld: Google
Merendree
De N461 (Hansbekestraat) ten westen van het Schipdonkkanaal... Beeld: Google
... en dezelfde N461 ongeveer 200 meter verder: de brug over het Schipdonkkanaal, richting Merendree. Beeld: Google
Berchem (Kluisbergen)
De N8 (Oudenaardebaan) vóór Berchem... Beeld: Google
... en dezelfde N8 even verder: de brug over de Schelde, richting Kerkhove. Beeld: Google
Semmerzake
De N452 (Grenadierslaan) richting Eke (ondertussen heraangelegd)... Beeld: Google
... en dezelfde N452 150 meter verder: de brug over de Schelde, richting Eke. Beeld: Google