Bijzonder België - Het viaduct van Moresnet: De langste spoorbrug van België

Het viaduct van Moresnet: De langste spoorbrug van België
Klik op het icoon om in te zoomen op de locatie van "Het viaduct van Moresnet: De langste spoorbrug van België"
Het Waalse dorpje Moresnet, een deelgemeente van Plombières in de provincie Luik, bevindt zich vlakbij het drielandenpunt waar België, Nederland en Duitsland aan elkaar grenzen. De Duitse stad Aken ligt slechts enkele kilometers verder.

Op het grondgebied van dit kleine Waalse dorpje bevindt zich, geheel onverwacht, één van de meest indrukwekkende constructies van België.

Het betreft het "Viaduct van Moresnet". Hoewel slechts weinigen van de bijzondere betekenis van deze constructie op de hoogte zijn, is ze al decennialang van cruciaal belang voor de Belgische economie.

Reeds rond het jaar 1900 bestonden in België plannen om een spoorlijn te realiseren tussen Tongeren en de Duitse grens nabij Aken.

Het waren echter de Duitsers die, tijdens de Eerste Wereldoorlog, de geplande spoorlijn effectief zouden aanleggen. Zij werden namelijk geconfronteerd met een probleem: ten gevolge van de Nederlandse neutraliteit konden de Duitsers geen gebruik maken van het Nederlandse spoorwegnet om wapens en troepen vlot naar België te transporteren.

Als oplossing legden de Duitsers gedurende de bezetting een nieuwe spoorlijn aan op Belgisch grondgebied, die een directe verbinding vormde tussen Aken en het Belgische spoorwegnet.

Ter hoogte van Moresnet kruist deze spoorlijn het Geuldal, dat grote hoogteverschillen kent. Over dit dal werd daarom een viaduct voor twee sporen gebouwd, bestaande uit 22 stalen brugdelen, elk ongeveer 50 meter lang en met een gewicht van 260 ton, die worden gedragen door in totaal twee landhoofden, vijf steunpijlers en zestien gewone pijlers. Met een lengte van ruim 1100 meter en een maximumhoogte van 58 meter is dit "Viaduct van Moresnet" de langste en hoogste spoorbrug van België.


Een blik op het volledige viaduct van Moresnet. Links in beeld loopt het traject verder richting Duitsland. Rechts in beeld ziet men het westelijk landhoofd.
Beeld: Bijzonder België



Zicht op een deel van het viaduct. Links in beeld een van de steunpijlers. Uiterst rechts in beeld het westelijk landhoofd. Beeld: Bijzonder België


Na de Eerste Wereldoorlog kende deze spoorlijn een drukke activiteit door de transporten die goederen vanuit Duitsland naar België brachten als herstelbetaling voor de tijdens de oorlog aangerichte schade. Ook het viaduct zelf werd als een soort herstelbetaling beschouwd.

Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog, op 10 mei 1940, werd het viaduct door Belgische troepen deels opgeblazen. Eén pijler en twee stalen brugdelen werden daarbij vernield. De Duitsers herstelden het viaduct echter al snel en beschermden het met luchtafweergeschut en strenge bewaking.

De aanwezigheid van deze strategisch uiterst belangrijke constructie veroorzaakte tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de omwonenden een voortdurende angst voor geallieerde luchtbombardementen. In 1944, na de schok van zware bombardementen op Aken, achtten zij hun kelders niet langer veilig genoeg om in te schuilen, en zochten bescherming in de grottenstelsels in de omgeving.

Begin september 1944 bliezen de terugtrekkende Duitse troepen het viaduct op. De helft van de brugdelen, twee steunpijlers en een gewone pijler werden vernield. Ook een aantal andere infrastructuurwerken in de buurt werd opgeblazen. Deze explosies veroorzaakten heel wat schade aan gebouwen in het dorp. Na de oorlog duurde het ongeveer vijf jaar vooraleer het viaduct was hersteld.


Een van de gewone pijlers. Beeld: Bijzonder België


Vandaag maakt het viaduct van Moresnet deel uit van de zogenaamde "Montzenroute" of "Montzenlijn", de spoorlijn die de haven van Antwerpen via Aken verbindt met economische grootmacht Duitsland en de verder oostelijk gelegen landen. De lijn is genoemd naar het dorpje Montzen, ook een deelgemeente van Plombières, waar zich steile hellingen bevinden die dit voor de Belgische economie levensbelangrijke spoortraject kenmerken.

In vergelijking met de in onbruik geraakte "concurrerende" IJzeren Rijn, de spoorlijn die Antwerpen (en Vlaanderen) via Nederland met Duitsland verbond, kent de Montzenroute moeilijke niveauverschillen - grote, zware transporten moeten zelfs door extra locomotieven worden bijgestaan - en is ze bovendien langer. In het verleden heeft België zich nochtans verzet tegen het opnieuw in gebruik nemen van de IJzeren Rijn, omdat men de voorkeur gaf aan een eigen, rechtstreekse verbinding met Duitsland via de Montzenroute, zonder over Nederlands grondgebied te moeten passeren.

Onder meer door de toenemende hoeveelheid goederen die vanuit de haven van Antwerpen naar het Duitse Ruhrgebied wordt getransporteerd heeft België echter sedert een aantal jaren zijn houding gewijzigd, en is nu zelf vragende partij voor de heropening van de IJzeren Rijn. De Waalse overheid daarentegen heeft te kennen gegeven zich nog steeds tegen de heropening van de IJzeren Rijn te verzetten, omdat dit, zo vreest men, een sterke vermindering zou kunnen veroorzaken van het verkeer op (en het belang van) de Montzenroute, die - in tegenstelling tot de IJzeren Rijn - over Waals grondgebied passeert.
Naar boven